Let op belangenverstrengeling bij verkoop van uw onderneming
Datum :
22 maart 2016

 

Bij koop of verkoop van een bedrijf wordt vaak het gevaar van belangenverstrengeling onderschat.

Neem de volgende praktijksituatie. Vader, succesvol oprichter van een mooi Hollands industrieel bedrijf, wil zijn bedrijf gaan verkopen in verband met pensioen. Zoon is inmiddels een aantal jaren werkzaam, tevens aandeelhouder, maar niet de beoogde opvolger. Dochter werkt op de HR en moeder doet de nog steeds de betaalzaken (beide geen aandeelhouder). Er is geen Raad van Advies. Wie vertegenwoordigt wie nu bij verkoop aan een externe partij. Belangrijkste partijen zijn de vader, de zoon en het bedrijf en in het proces zullen de belangen mogelijk uit elkaar gaan lopen. Vader en zoon zullen andere belangen en relaties hebben met de potentiële koper. De één wil een hoge verkoopopbrengst, de ander een niet te hoge verkoopopbrengst en een goede samenwerking met de externe koper. Dit vooraf bespreken en waarborgen in het proces bij verschillende adviseurs is een must. Vaak ligt deze rol bij een Raad van Advies maar als deze er niet is zal de overnameadviseur dit goed moeten inregelen.

Slechts één belang dienen

Een gouden regel bij fusies en overnames is dat je maar één belang kunt dienen. De regel is simpel voor de adviseur: zorg voor één opdrachtgever in een proces en maak daar heldere afspraken mee. De praktijk is echter soms lastig. Als de verkoper bijvoorbeeld de DGA is die de aandelen in een personal holding houdt en de verkooptarget is de werkmaatschappij is er al sprake van drie belangen, namelijk de DGA privé (bijvoorbeeld getrouwd in gemeenschap van goederen), de personal holding (doel bijvoorbeeld verkoopmaximalisatie) en de werkmaatschappij (doel continuïteit bedrijf en medewerkers). In dit geval voor een niet al te groot MKB-bedrijf zullen er zeker niet drie adviseurs worden aangetrokken. De rol van de adviseur zal dan uiteindelijk wel transparant dienen te zijn naar de opdrachtgever.

Heiligschennis

De regel van één belang wordt soms in het fusie- en overnamevak helaas overtreden. Een situatie die wel eens voorkomt is dat de adviseur van de verkopende partij een findersfee ontvangt van een koper (investeerder) en betaalt wordt door de verkopende DGA (bijvoorbeeld succesfee). Twee opdrachtgevers in één proces. Dit gaat natuurlijk wringen en is in mijn optiek heiligschennis. Een findersfee kan alleen een onderdeel zijn van een feeconstructie bij de verkopende partij indien deze volledig transparant is voor alle partijen en er geen enkele discussie is bij stakeholders wiens belang wordt vertegenwoordigt (namelijk één partij).

Positie accountant en belangenverstrengeling

Een andere regelmatig terugkerend issue is de positie van de accountant. In het geval van een controle plichtige onderneming is de WTA (Wet Toezicht Accountantsorganisaties) er duidelijk over, de controlerende accountant mag niet adviseren. Bij een samenstelpraktijk zijn deze regels minder hard, samenstellen en advies kunnen dan samen. Maar de belangen lopen dan natuurlijk wel uiteen. Stel dat het bedrijf in de verkoop gaat. De accountant die de jaarrekening samenstelt heeft er belang bij dat de onderneming niet wordt verkocht, immers dan raakt hij waarschijnlijk een relatie kwijt. De ondernemer zal dus om zaken zuiver te houden en onafhankelijk geadviseerd te willen worden naar een andere adviseur moeten gaan voor de verkoopbegeleiding.

Opsplitsing adviseurs  om belangenverstrengeling te voorkomen

Een andere veelvoorkomende situatie is de begeleiding van de Management Buy Out. Indien dit gehele proces begeleid wordt door de accountant van de verkoper staat de MBO-kandidaat al op 1-0 achterstand. Naast het feit dat de verkoper de relatie heeft met de accountant heeft ook hier de accountant een dubbele pet op, de verkoper goed begeleiden, de MBO-kandidaat plezieren om de accountantsdienstverlening te blijven te continueren. Opsplitsing in een aparte adviseur voor de verkoper en de MBO-kandidaat is een must. Een goede accountant moet dit niet willen en geeft dit zelf tijdig aan.

Kortom, voordat het overnamespel wordt gestart is het noodzaak goed te onderzoeken welke partijen en adviseurs deelnemen aan het proces om te zorgen voor de beste lange termijn oplossing waarbij alle betrokkenen elkaar na de transactie ook met droge ogen elkaar kunnen blijven aankijken.

Bron website Brooks

Auteur: Hans Minnaar

Hans Minnaar (1969) is een financiële generalist en studeerde bedrijfseconometrie aan Tilburg University met specialisatie financiering. Daarnaast heeft hij een opleiding tot Register Valuator aan de Rotterdam School of Management afgerond en staat ingeschreven als gecertificeerd bedrijfswaardeerder bij Stichting SWBO. In 17 jaar financiële werkervaring bij ABN AMRO en Fortis heeft hij veel financiële expertise opgedaan die hij nu inzet voor ondernemers. Sinds 2012 is hij tevens voorzitter van het landelijke netwerk voor fusie- en overnamespecialisten, de Dutch Corporate Finance Association. Uit hoofde van deze functie heeft hij goed zicht op de ontwikkelingen in de markt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gerelateerde artikelen

Waarde inschatting van hun onderneming
Waarde inschatting van hun onderneming

Toen ik in 2007 actief werd in de markt van…

0 comments
bedrijfsopvolgingsregelingen
Bedrijfsopvolgingsregelingen

Nederlandse bedrijfsopvolgingsregelingen in het kort. Bij de overgang van een…

0 comments
WordPress Lightbox Plugin